Dat kan de dieren redden

Maatregelen om land- en waterhabitats te behouden

Vervangende habitats lopen gevaar

In de StädteRegion Aachen worden alle drie de soorten bedreigd, onder meer door het feit dat de vervangende habitats al jaren langzamerhand hun pionierskarakter verliezen en daardoor niet meer door de dieren als leefgebied kunnen worden gebruikt. Als de winning van grondstoffen wordt gestopt, zijn er geen vrachtwagens meer die bestaande rijstroken verdichten of nieuwe aanleggen. Het voortplantingswateren verdwijnen geleidelijk, maar ook de open gebieden raken overwoekerd. Menig niet meer gebruikte steengroeve wordt opgevuld.

"LIFE -Amphibienverbund" - een grote stap voorwaarts

Als verlaten steengroeven, mijnstortplaatsen of grindgroeven behouden blijven of zelfs als beschermd gebied worden aangewezen, kunnen ze bedreigde diersoorten een permanent toevluchtsoord bieden. Het voormalige bedrijf, dat het gebied zijn pionierskarakter gaf, moet echter worden vervangen door bepaalde maatregelen en onderhoudswerkzaamheden.

In de StädteRegion worden al jaren pogingen gedaan om de met uitsterven bedreigde amfibieën geelbuikvuurpadden, rugstreeppadden en vroedmeesterpadden te behouden. Zo ontstaan bijvoorbeeld ter compensatie voor bouwprojecten voortplantingswateren. Sommige landeigenaren van steengroeven houden rekening met de behoeften van dieren. En last but not least werken veel vrijwillige natuurbeschermers voor de amfibieën in onze regio.

Toch is de staat van instandhouding van de drie soorten volgens het nationaal rapport 2019 verre van goed. Individuele acties zijn niet voldoende om de omstandigheden voor de drie soorten te verbeteren, om hun voorkomen in onze regio op lange termijn als veilig te kunnen beschouwen.

Met dit project, dat ruim negen jaar zal duren, kan een aanzienlijke bijdrage worden geleverd om de populaties van de drie doelsoorten in de StädteRegion permanent te stabiliseren, niet in de laatste plaats omdat alle acteuren erbij betrokken zijn.

De focus ligt hierbij op alle subhabitats van de doelsoort met hun bijbehorende biologische functies. Naast de voortplantingswateren, worden ook de landhabitats in de directe omgeving van de wateren ontworpen op basis van de behoeften van de soort. De soort heeft bijvoorbeeld overdag schuilplaatsen nodig en gebieden voor voedselverwerving. Daarnaast moeten er in de buurt vorstvrije plaatsen zijn om te overwinteren.

Deze maatregelen zijn bedoeld om de verbeteringen te realiseren:

  • Voor alle ruim 30 projectgebieden worden plannen gemaakt welke maatregelen in de toekomst nodig zijn om de daar voorkomende doelsoorten te behouden.
  • In totaal worden er meer dan 600 voortplantings- en rustwateren aangelegd of hersteld.
  • Struikige gebieden worden vrijgemaakt van bomen en struiken die schaduwen werpen. Dit komt vooral voor in de landhabitats van de soort zoals puinhopen of grindgebieden, maar ook in de nabijheid van de amfibische wateren.
  • Ook wordt gezorgd voor dagschuilplaatsen en vorstvrije overwinteringsmogelijkheden, bijvoorbeeld door zand en grind op te stapelen en het leefgebied te verrijken met dood hout.
  • Eigenaren van afgravingen worden geadviseerd over wat ze zelf d.m.v. eigen maatregelen voor amfibieën kunnen doen
  • Overheden en landgebruikers worden geadviseerd welke compenserende maatregelen voor de doelsoort nuttig zijn als compensatie voor ingrepen in het landschap
  • Boeren krijgen advies over hoe ze hun land amfibievriendelijk kunnen bewerken en welke ondersteunende maatregelen mogelijk zijn.
Brunnenringe als LaichgewässerDe ringen van de fontein met stenen als „uitgangshulp" worden verondersteld door geelbuikvuurpad en vroedvrouwen.© Biologische Station StädteRegion Aachen e.V.
Betonnen pools kunnen in de herfst zonder schade gemakkelijk worden weggeveegd. Ze worden gereinigd omdat de pionierssoorten vooral vegetatie-vrij water verkiezen.© Biologische Station StädteRegion Aachen e.V.
Junge Birken werden am Hang der Schwarzen Halde gerodet© Biologische Station StädteRegion Aachen e.V.